Skip to main content

Jasper van Kempen benoemd tot bijzonder hoogleraar transdisciplinair waterrecht

Per 1 november 2024 is Jasper van Kempen benoemd tot bijzonder hoogleraar transdisciplinair waterrecht aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie van de Universiteit Utrecht. Hij zal zich richten op de interactie tussen de wetenschap en de praktijk van waterbeheer, waarbij de juridisch-bestuurlijke kant wordt aangevuld met een brede blik, lerend vanuit andere disciplines.

Van Kempen gaat deze functie combineren met zijn functie bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Hij neemt het stokje over van Herman Havekes, die onlangs afscheid heeft genomen en met pensioen gaat.

> Lees hier het bericht over het afscheid van Havekes

Schilthuisfonds

Deze bijzondere leerstoel is ingesteld vanwege steun vanuit de Stichting Schilthuisfonds, dat de wetenschappelijke en praktische beoefening bevordert van het waterrecht en de watergeschiedenis. Waterbeheer blijft van existentieel belang in Nederland. Niet alleen de techniek, maar ook de governance speelt een belangrijke rol. De samenleving staat, onder meer vanwege klimaatverandering, voor een groot aantal noodzakelijke transities. Uitdagingen in de leefomgeving, die alleen met voldoende voeling met de praktijk, in samenwerking met de wetenschap, kunnen worden aangepakt. Zowel in onderwijs als onderzoek willen de Universiteit Utrecht en de Stichting Schilthuisfonds hier een bijdrage aan leveren.

De voorzitter van het Schilthuisfonds, Piet-Hein Daverveldt, is blij met de benoeming van Van Kempen: “Wij feliciteren Jasper van harte met zijn aanstelling en zien in hem de uitgelezen kandidaat om de leerstoel de komende jaren met verve te bekleden. Wij kijken uit naar de samenwerking.”

Samenhang van waterrecht met andere disciplines

“Ik ben heel erg blij en vereerd met deze benoeming tot bijzonder hoogleraar”, reageert Van Kempen. “De verbinding tussen wetenschap en praktijk op het terrein van het waterrecht en de daarmee samenhangende disciplines zit bij mij zogezegd in de genen, dus ik was gelijk enthousiast toen ik de vacature zag. Ik ben dan ook heel erg dankbaar dat de universiteit en de Stichting Schilthuisfonds hun vertrouwen in mij hebben gesteld. Ik zie er erg naar uit om alle kennis en ervaring die ik gedurende mijn carrière heb opgedaan, voor deze leerstoel in te zetten.

En om weer terug te keren bij mijn ‘alma mater’, waar ik eerder als promovendus werkzaam was, voelt ook als een warm thuiskomen. Het is extra mooi dat ik dit nieuwe avontuur kan combineren met mijn rol als beleidsmedewerker bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waar ik vier dagen per week werkzaam blijf. Dat komt de wisselwerking tussen theorie en praktijk natuurlijk bij uitstek ten goede.”